in het jongensuur heeft de jonge hoofdpersoon al lang gezien hoe ze ermee wegkomen en ze heeft geen zin haar leven te verdoen op de tweede rang. ze wil bij de overwinnaars horen.
ik heb er nog niemand over gehoord maar mij valt op dat in elk hoofdstuk van het boek seks en seksgeweld voorkomt. in lichtstad zijn er de canadese militairen die simone een lift geven en haar aanranden; in zanddorp de parachutist, waar ze net aan ontkomt, de jonge soldaten die pornografische boekjes lezen en de oudste jongen die het met zijn jong broertje doet.
in veendorp toont ze ons de onderwijzer die de meisjes lastig valt en de jongens ernstig mishandelt. in muurstad oom wiebe, die ze vredig laat masturberen in het naaste bed de nacht dat ze zijn gevlucht van onderduikadres naar onderduikadres.
haar lezing van zola’s mijn (kruisiging van de vrouwgod), sodomie; met gerrie op de vuilnisbelt elkaar betasten en erna de jongens die haar proberen te pakken ‘van achteren’. als ze 10 is, in lichtstad, waarschuwt haar moeder niet met de jongens te gaan zwemmen, ‘maar ik ben toch zelf een jongen, wat kan me nog gebeuren.’ waterstad, 9 jaar, niet iets concreets maar wat hoort ze met het oor op de lege verwarmingsbuis in haar slaapkamer, ‘heb je pijn, nee ik heb geen pijn’, de naaktschilderijen, ‘hun geheime avondritueel’.
wat ontbreekt is angst. nacht. het is altijd nacht. als blinden tasten de mensen
andreas burnier, ronnie, irma dessaur, irmske het jongensuur 1969