acht. sporen. weg 3

Zolang we tussen de kassen bleven

werden we ongemoeid gelaten. De

patronen zijn onschuldig. Niemand

zie je meer in je dromen, de kinderen

zijn opgehouden te komen. Onderweg

gebeurt niets. Vijf banen, zes – de weg

heeft geen geheugen. Wat er overheen

gaat laat geen sporen na. Het aantal

stopplaatsen is wel vermeerderd, daar

is het eigenlijk net zo als in de stad.


volgende