notitie mijn lichaam



 

het monster van Beckett, onnoembaar, buiten het warme bed, dat hol waar hij alleen vast maar buiten uiteenvalt, alles gaat door hem heen. vijftig jaar verder muterend, amoeboïde lerend, een soort van herkenning van verafgelegen delen, gaten vullend, filtert trillend massa’s stof, wachtend op een werkeloos deeltje, een poort waardoor een geluksatoom binnentreden kan.